Over het boek: 1946 / Ik zat in mijn nieuw ingerichte kantoor de geur van verf te ruiken en hoopte dat er snel iets zou gebeuren. Ik ben nog maar een dag geleden thuisgekomen. Auto's haastten zich onder het raam, sprankelend in de ochtendzon. Ze maakten zoveel lawaai dat het leek alsof de oorlog nog niet voorbij was. Het werkte op mijn zenuwen. Ik wilde ergens heen rennen. Maar ik was gekleed in burgerkleding en er was geen plek om heen te rennen, en niemand met wie ik ook kwam...