blog




  • MediaDB / «Inleiding tot Mediologie" Regis Debreu: download fb2, lees online

    Over het boek: 2010 / Regis Debreu is een beroemde Franse linkse politieke theoreticus, bondgenoot van Che Guevara en adviseur van president Francois Mitterrand. In 1990 stelde hij de term ‘mediologie’ voor om een ​​nieuwe doctrine aan te duiden over de middelen om kennis en tradities over te dragen, dat wil zeggen culturele goederen. In zijn werk ‘Introduction to Mediology’ (2000) biedt Debray, voortbouwend op de verworvenheden van het moderne Franse filosofische en sociaal-wetenschappelijke denken, een breed scala aan nieuwe concepten en benaderingen die zijn ontworpen om de communicatieprocessen in de moderne wereld te verklaren Het doel van de mediaologie is niet om iets over te brengen dat er geen boodschappen waren. Het is zinvol om de processen te bestuderen waarmee een bericht wordt verzonden, circuleert en ‘de geadresseerde vindt’. Het draagt ​​niet bij aan de verspreiding van welk geloof dan ook. Het is alleen bedoeld om te helpen begrijpen hoe en via welke organisatieprincipes wij geloven. Het is geen doctrine die verband houdt met enige grondslag. Het beperkt zich tot het stellen van vragen over de voorwaarden voor de opkomst van doctrines (religieus, politiek of moreel) en over de redenen voor de opkomst van wetenschappelijke autoriteit. Dit platform voor kritiek vertegenwoordigt uiteraard precies het tegenovergestelde van het ‘grote’ verhaal” van degenen die ons hebben laten dromen over een beter leven. Mediologie brengt noch goed nieuws, noch bevrijding, noch genezing. Het belooft niet de geringste overdaad aan macht, prestige of geluk. Het belooft ook geen opkomst in de samenleving. In tegenstelling tot de meeste ‘wetenschappelijke ideologieën’ die scholen en autoriteit hebben gevormd sinds het begin van de industriële revolutie, kan mediologie niet als een autoriteit of een wondermiddel worden beschouwd. En als de mediologie – hier en daar – een nauwkeuriger targeting van nog vage zones van het sociale leven kan bewerkstelligen, dan is zij zich nog steeds voldoende bewust van de ideeënvorming en stelt zij daarom aan de ene kant de effectiviteit van wetenschappelijke inzichten niet in twijfel. kritiek, maar aan de andere kant kan de ander zich niet voorstellen dat de verworven kennis op het gebied van kennis een spontaan bevrijdend effect kan hebben in relatie tot ons collectieve delirium.