Over het boek: 2024 / *Archer* Ik ben zelf zowel een god als een martelaar. Ik ben niet bang voor het kwaad. Duisternis en hel behoren mij toe. Elke macht vereist opoffering, en ik zal met vuur en bloed nemen wat mij rechtmatig toekomt. Te beginnen met Mila... Mijn duistere engel, die mij kwam redden van helse kwelling. Ik zal gedoopt worden in haar bloed en de aarde heiligen met haar kreten. Ze zal de mijne zijn, zowel in dit leven als in het volgende. Haar naam zal op mijn lippen liggen als de demonen mij de vlammen van de hel in slepen. *Mila* De duivel bestaat. En hij is geen kleine rode man met hoorns en een staart. Hij is het toonbeeld van schoonheid. Mooi. Mysterieus. Wat wij doen is verkeerd, maar niemand anders baart mij zoveel zorgen als hij. Ik wil wegrennen van de duisternis die mijn ziel verteert, maar in de duisternis is hij er altijd. Mijn gevallen engel. Hij verwelkomt mij met open armen in de hel. In zijn armen voel ik mij heel. Wij zondigen als de duivels. Maar we houden van je als engelen... Ik verbind mezelf met jou. Jouw lichaam. Jouw geest. Je ziel. Ik ben van jou en jij bent van mij. En als de dood mij meeneemt, zal ik buiten zijn grenzen op je wachten. We zullen niet scheiden, noch in dit leven, noch in het volgende. Vivamus, moriendum est.