Over het boek: jaar / Dit deel bevat artikelen over de eerste naoorlogse generatie. Het voelde aan het begin van de jaren zestig als iets integraals en kreeg als gevolg daarvan een nogal belachelijke naam: ‘sixties’. Ik zocht naar andere definities: “naoorlogse dromers”, “laatste idealisten”, “kinderen van de stilte”, “schriftgeleerden”, enz. - maar vond niets bevredigend en besloot het label “jaren zestig” te gebruiken dat eraan vastzat de generatie. De artikelen werden geschreven in 1959-1963 en vormden het boek “The Nut Kernel”, dat, na enige publicatieproblemen, in 1965 werd gepubliceerd; in dit deel vormt het het eerste deel. Het tweede deel is 'Promotie' - artikelen die niet zijn opgenomen in de 'Nut Kernel' of zijn geschreven als vervolg op het boek in 1964-1969; Toen leek het mij dat de ‘jonge literatuur’ nog leefde: ik hoopte deze artikelen in een nieuw boek te verzamelen. Aan het begin van de jaren zeventig werd het duidelijk dat de 'generatie' uit elkaar was gegaan en dat de prikkel was verdwenen. Toen begon ik artikelen met een heel andere toon te schrijven, in een poging te begrijpen wat er met ons zou gebeuren. Ze waren opgenomen in het derde deel: 'Splitsen'. 'Verstrooiing' is het moment waarop duidelijk werd wat er met ons gebeurt. 'Polen' zijn de meest levendig en consistent belichaamde literaire bestemmingen in het tijdperk van de naderende ineenstorting van het Geheel. Trajecten’ zijn artikelen waarin de uiteenlopende paden van de eens verenigde generatie schrijvers worden getraceerd. En ten slotte ‘Sporen’ – eerder in de zin waarin dit woord door experimentele natuurkundigen wordt opgevat – ‘tenoren van de twintigste eeuw’, de helden. van mijn jeugd, dan in de jachtzin - artikelen geschreven over het lange spoor van de helden van "The Nut Kernel"; ze zijn gemaakt in een tijd waarin de ‘jaren zestig’ in de ogen van de generaties daarna bijna een lachertje waren geworden.