Over het boek: 2012 / Aan het begin van de oorlog werd onze tijdgenoot betrapt... dit is één keer. Een tijdgenoot, schoonheid en atleet krijgt onverwachts de kans om binnen te komen - en komt binnen, midden in het heetst van de oorlog, natuurlijk. Dat zijn er weer twee. Opnieuw kwam er een tijdgenoot, maar vlak voor de oorlog - dat zijn er drie (weer een tijdgenoot natuurlijk) aan het eind van de vorige eeuw - dat zijn er weer vier. Voor de oorlog, en opnieuw, maar niet een tijdgenoot, maar een hele stad – dat zijn er vijf. Opnieuw een tijdgenoot, maar geen dorpsredneck, maar een stoere topmanager en een burgerlijke grootkapitalist, maar hij kwam er niet in. Maar - hij is komen wonen, en het wordt al zes. En eindelijk waar we allemaal zo lang op hebben gewacht! Ja, ik kwam weer terecht, ja, weer een tijdgenoot, maar in een volkomen vredige tijd, tussen holenberen en sabeltandeekhoorns en tijgers! Dit is de apotheose van alles en het getal zeven. Ik vraag me af wat ze daar allemaal gaan doen?.