Over het boek: 2005 / Begin van de 21e eeuw. Student Anton Streltsov voert een opdracht uit van een machtige organisatie en spioneert in de straten van Moskou voor een onsterfelijke: een buitenaards wezen uit de diepten van eeuwen en onbekende werelden. Het blijkt dat er veel van dergelijke wezens zijn (waaronder de Eerste, Tweede en Derde, die verschillende krachten dienen - Licht, Schaduw en de Afgrond), en het is geen toeval dat ze in de wereld van mensen verschenen. Eigenlijk hebben zij deze wereld gecreëerd, net als vele anderen. In de nagedachtenis van de onsterfelijken leven de tijden van koning Arthur en de Ridders van de Ronde Tafel, het oude Rome en de kruistochten, de inquisitie (en niet alleen op aarde) en de Russische burgeroorlog. Uit deze herinnering en moderniteit weeft een bizar weefsel van kwade en goede sprookjes, waarin de hoofdrol wordt gegeven aan de grote strijd tussen de boodschapper van het abstracte goede, gadegeslagen door Anton, en het wezen van de afgrond..