Over het boek: 2008 / De titel van dit boek klinkt al intrigerend: zouden strepen echt hun eigen geschiedenis kunnen hebben? Michel Pastoureau beantwoordt deze vraag niet alleen bevestigend, maar bewijst ook dat dit verhaal vol zit met de meest ongelooflijke gebeurtenissen. De wetenschapper volgt de geschiedenis van strepen en gestreepte stoffen tot het einde van de 20e eeuw en laat zien hoe elk tijdperk aanleiding gaf tot nieuwe praktijken en culturele codes, hoe de betekenissystemen geassocieerd met strepen voortdurend complexer werden, zowel materieel als symbolisch. Zo werd gestreepte kleding tijdens de middeleeuwen gezien als iets laags, schandaligs en zelfs simpelweg duivels. En tijdens de Renaissance en de romantiek werden 'juiste' strepen wijdverspreid - tekenen van feestdagen en symbolen van vrijheid. De moderne cultuur heeft alle praktijken en codes van voorgaande tijdperken overgenomen. Er is voor alles een plaats: strepen die een ‘duivelse’ connotatie behouden (gestreepte kleding gedragen door gevangenen van vernietigingskampen) of die gevaar signaleren (zebrapaden en andere elementen van het wegverkeer); strepen geassocieerd met hygiëne (beddengoed en ondergoed), spel (speelgoed en andere producten voor kinderen) en sport (professionele uitrusting), en ten slotte strepen als emblematische eenheid - een attribuut van uniformen, insignes en vlaggen. De auteur benadrukt dat de semiologie van strepen door hem vooral in een sociale context wordt beschouwd en slechts dient als benadering van een nog niet geschreven encyclopedie van strepen..